zaterdag 17 november 2007

Koen en Chuck

Open brief aan Koen Fillet die op zijn weblog het concert van Chuck berry in de Lotto Arena (15/11/2007) "tenenkrullend slecht" vond:

Koen,

Je ziet er compleet, maar dan ook compleet, compleet naast.

Het schamel handvol mensen dat zich gisteren de moeite getroost heeft om naar Antwerpen te gaan, heeft méér dan waar voor zijn geld gekregen. En ik ga uitleggen waarom.

Wat leggen we Chuck ten laste?

Een. Akkoord, Chuck heeft niet lang gespeeld. Maar Chuck speelt bij mijn weten nóóit lang, edelachtbare.

Twee. Hij heeft -zoals gebruikelijk- wat gemopperd over het licht en de fotografen.
Maar die fotografen komen ook elke keer veel te dicht staan en iemand zou ondertussen toch moeten wéten dat Chuck het publiek graag ziet zitten en er niet van houdt om onder de spots weg te smelten. Een beetje concertorganisator hoort dat te weten.

Drie. Hij heeft zelfs af en toe een valse noot gespeeld. Ho maar, oei oei, een valse noot, meerdere zelfs! Hoe durft de oude legende? Moet Chuck nu op zijn 81ste terug naar de muziekschool?

Neen, vooral niet! Want Chuck ís de muziekschool. En hier start ik mijn pleidooi:

Al wie hem het bovenstaande kon vergeven, die kon horen hoe Chuck nog altijd op de meest geniale en hem eigen wijze zijn gitaar liet ronken, schokken en swingen. Hij bespeelt dat ding als zijn eigen ding-a-ling en dat doet niemand hem na. Wat had je nu gedacht, dat hij daar stomweg de riffjes van de plaat zou komen aframmelen? Was het dan goed geweest? Ik vond het juist indrukwekkend om te horen hoe hij in een Johnny B Goode, die hij ondertussen al zo een miljoen keer moet gespeeld hebben, nog kon verrassen. Zijn interactie met de pianist was boeiend. En die met zijn dochter Ingrid nog beter. Voor zij die er niet waren: Ingrid Berry is een soort Condoleeza Rice met strak achterovergekamde haren en zonder deux-pièceken die net voor een vlijmscherpe harmonicasolo haar naaldhakken losgespt, die het podium afwerpt en er dan gewoon onverdund invliegt.

Maar bovenal speelde Chuck zijn riffs het publiek in. Zijn gitaar was de afstandsbediening van zij die al eens met de heupen durfden schudden in de zaal. Uitgepuurde klasse. Bij Chuck zijn de noten die hij niet speelt, even belangrijk als degene die hij wél speelt.

Muzikanten van het kaliber van Chuck Berry die hebben lak aan hoe een liedje "zou moeten klinken". Die spelen en zingen en vinden zichzelf steeds opnieuw uit. Wacht, dat klinkt verdacht veel zoals Bob Dylan vaak omschreven wordt. En juist, over Bob Dylan's concerten wordt dikwijls in dezelfde termen gesproken en geschreven als degene die jij gebruikte... door mensen die er -volgens mij althans- niet veel van begrepen hebben.

Ga niet meer kijken naar de Bob Dylan's, de Jerry Lee Lewissen, de Lou Reeds en de Chuck Berry's van deze wereld. Die gaan je alleen maar ontgoochelen.

Ga eens luisteren naar Mark Knopfler. Die heb ik nog nooit een valse noot horen spelen. De laatste keer dat ik er was heeft de dame die Vorst Nationaal aan het aanvegen was, mij moeten wakker maken...

No hard feelings, ik vind je nog steeds een fijne radiomens.